Nicolaas van Myra.
Veel tradities in het huidige Sinterklaasfeest gaan terug tot Nicolaas van Myra, hoewel er ook elementen van feesten en vereringen van voor de tijd van het christendom in herkenbaar zijn. Nicolaas van Myra is geboren in Patara te Lycië dat tegenwoordig in Turkije ligt. Later werd hij bisschop van Myra. Hij stierf op 6 december 342.
Oorspronkelijk werd de heilige Nicolaas alleen in het oosten van Europa geëerd. In de 13e eeuw werd besloten dat zijn naamdag ook in het westen één van de belangrijkste feestdagen was, in die tijd werd het Sinterklaasfeest in Utrecht al gevierd door de schoen van vier arme kinderen te vullen met geldstukken, in andere steden werd ook iets voor de armen gedaan.
Na de Nederlandse Opstand probeerden calvinistische predikanten het Sinterklaasfeest af te schaffen omdat het te veel heidense en vooral paapse (katholieke) elementen zou bevatten. Het Sinterklaasfeest was in grotere steden inderdaad een woelig volksfeest met kermis dat vaak tot opstootjes en openbare dronkenschap leidde. Het was echter zo populair dat dit streven weinig succes heeft gehad, zelfs niet bij het strengst protestantse volksdeel.
Sinterklaas als kindervriend laat zich voor een deel verklaren uit de wonderen die aan de Heilige Nicolaas worden toegeschreven. Zo zou hij drie arme meisjes een bruidschat hebben gegeven zodat zij konden trouwen. Drie jongens, die door een herbergier waren vermoord, wekte hij weer tot leven.
De vorm van het moderne Sinterklaasfeest ligt in de 19e eeuw. Sinterklaas was in de 19e eeuw nog een strenge pedagoog die er geen been in zag een kind dat stout geweest was een pak ransel te geven. Deze scherpe randen sleten er in de loop der jaren steeds meer af. Lijfstraffen waren passé maar meegenomen worden naar Spanje behoorde theoretisch nog tot de mogelijkheden.
De herkomst van de folkloristische Sinterklaas is volgens de huidige Nederlandse traditie niet langer Klein-Azië maar Spanje. De onderwijzer Jan Schenkman (1806-1863) is waarschijnlijk de eerste die Sinterklaas uit Spanje liet komen. Hij gebruikte de inmiddels fameuze beginregels "Zie ginds komt de stoomboot/Uit Spanje weer aan!" in zijn vele malen herdrukte boekje "Sint Nicolaas en zijn knecht" uit 1851. Schenkman introduceerde ook de stoomboot waarmee hij naar ons land kwam. Mogelijk heeft Schenkman zich voor de herkomst Spanje laten inspireren door een oud Sinterklaasvers, waarin Sinterklaas naar Amsterdam reist en vervolgens in Spanje sinaasappelen en granaatappelen gaat halen.
Schoen zetten.
In Nederland zet men vanaf de 15e eeuw de schoen. In eerste instantie gebeurde dat in de kerk en was de opbrengst voor de armen. Uit archiefstukken blijkt dat vanaf 1427 in de Sint Nicolaaskerk in Utrecht schoenen werden gezet op 5 december, pakjesavond. Rijke Utrechters legden wat in de schoenen en de opbrengst werd verdeeld onder de armen op 6 december, de officiele sterfdag van de Heilige Nicolaas.
Uit de 16e eeuw bestaan beschrijvingen van het schoen zetten door kinderen in de huiskamer. Kunst-schilder Jan Steen heeft in de 17e eeuw de Sinterklaasochtend op twee schilderijen vastgelegd. Daarop is goed te zien wat de kinderen in hun schoen kregen. Vaak was dit snoepgoed zoals speculaas, kruidnoten, pepernoten, borstplaat, taaipoppen, marsepein en speelgoed. Tegenwoordig zetten kinderen hun schoen klaar vanaf het moment dat de Sint in het land is aangekomen.
Pakjesavond.
Een pakjesavond was voor de Tweede Wereldoorlog geen algemeen verschijnsel. De crisisjaren speelden daarin een grote rol. De toeneemende welvaart na de oorlog bood echter meer ruimte voor een geefcultuur, een geschenkfeest in het kader van het oer-Hollandse Sinterklaasfeest. Het schoentje zetten op pakjesavond was in veel gezinnen vlak na de Tweede Wereldoorlog gebruikelijk. Dit ceremonieel was omgeven door een sfeer van geheimzinnigheid. Sinterklaas transformeerde echter gaandeweg van ontzichtbare magische brenger van wonderbaarlijke gaven tot een opa-achtige kindervriend, die de kinderen met zijn Zwarte Pieten thuis met een zak vol cadeautjes bezocht.
Sinterklaasliedjes.
Het zingen voor Sinterklaas is één van de belangrijkste gewoonten die met dit folkloristische feest verbonden zijn. De liederen worden in eerste plaats oraal doorgegeven van ouder op kind. Sinterklaas liedjes gaan dan ook al generaties mee en zijn weinig aan mode onderhevig. Het zingen van Sinterklaasliedjes kwam in de 17e eeuw al voor.
Sint Niklaas, dou goede bloed!
Geef mij een zakje vol suikergoed
Niet te veel en niet te min
Smijt het maar tot de schoorsteen in
(ca. 18e eeuw)
En dan tot slot toch ook nog een modern Sinterklaasliedje.
Leuk stukje! Je hebt je er weer aardig in verdiept. Hoop dat er nog vele volgen.
BeantwoordenVerwijderenZo hier worden we nog eens wijs van historie en geschiedenis in eene. Een mooi stukkie.
BeantwoordenVerwijderen